Woonplaatsbepaling

Woonplaatsbepaling

Waar iemand voor belastingdoeleinden woont, wordt aan de hand van omstandigheden bepaald. Wanneer iemand inwoner is van twee landen, wordt gekeken in welk land de economische en persoonlijke banden het sterkst zijn. Een natuurlijk persoon woont in Nederland als hij een duurzame persoonlijke betrekking met Nederland heeft. De banden met Nederland moeten sterk genoeg zijn om te kunnen aannemen dat iemand hier het duurzame middelpunt van zijn persoonlijke leven heeft.

Een Nederlands echtpaar verhuisde in 1989 naar Spanje. Nadat beide echtgenoten ziek waren geworden, kwam het echtpaar naar Nederland om te herstellen. Vanaf 1 augustus 2010 huurden zij een woning in Nederland. in het voorjaar van 2011 overleed de vrouw. De man is daarna nog wel een keer teruggeweest in Spanje, maar door zijn ziekte was hij niet in staat om definitief terug te keren naar Spanje. Eind 2011 overleed de man in Nederland. In de aangifte inkomstenbelasting 2010 werd voor de periode tot en met 6 augustus 2010 Spanje als woonplaats aangemerkt. De rest van het jaar woonde het echtpaar volgens de aangifte in Nederland. De vraag was wat in 2011 het woonland van de man was. Het antwoord op deze vraag was van belang voor de heffing van de erfbelasting.

Volgens de Belastingdienst woonde de man in Nederland. Argumenten daarvoor waren zijn inschrijving in de basisregistratie personen vanaf augustus 2010, zijn Nederlandse zorgverzekering en de duurzame huisvesting in Nederland. Daar kwam bij dat alle inkomsten afkomstig waren uit Nederland en dat het vermogen was ondergebracht bij Nederlandse banken. De erfgenamen van de man voerden daartegen aan dat de man de intentie had om terug te keren naar Spanje. Daar onderhield hij het merendeel van zijn sociale contacten. De man was niet uitgeschreven in Spanje en had ook daar een ziektekostenverzekering en een huisarts.

De wil om terug te keren naar Spanje op zichzelf is niet voldoende voor de woonplaatsbepaling. De rechtbank vond doorslaggevend dat in Nederland woonruimte was gehuurd met beschikbaarheid van zorg. Dat was noodzakelijk vanwege de gezondheidssituatie. In Spanje was een soortgelijke woonruimte niet te vinden. Volgens de rechtbank heeft de Belastingdienst de man terecht als binnenlands belastingplichtige aangemerkt. In hoger beroep heeft Hof Amsterdam zich bij het oordeel van de rechtbank aangesloten.

Advies nodig rondom dit onderwerp?
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op