Wijzigingen verhuurderheffing

Wijzigingen verhuurderheffing

Sinds 2013 bestaat de verhuurderheffing. Deze belasting geldt voor de verhuurders van woningen in de gereguleerde sector. Dat zijn woningen waarvan de huurprijs niet hoger is dan de maximum huur die geldt voor de huurtoeslag. De verhuurderheffing geldt voor verhuurders die meer dan tien woningen verhuren, aangezien er een vrijstelling geldt voor de eerste tien woningen. De grondslag van de verhuurderheffing is de totale WOZ-waarde van alle huurwoningen in de gereguleerde sector van de verhuurder, verminderd met tien keer de gemiddelde WOZ-waarde van de huurwoningen van de verhuurder. Het normale tarief is 0,231%. De bedoeling van de verhuurderheffing is verhuurders te laten bijdragen in de kosten van de huurtoeslag en het afromen van de toegestane huuraanpassing voor scheefwonen.

Naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing is de wet aangepast. Bij Koninklijk Besluit is het tijdstip van inwerkingtreding vastgesteld op 1 april 2017. De wijzigingen betreffen onder meer de verhoging van de heffingsvrije voet van tien naar vijftig woningen, een vrijstelling voor monumenten en de maximering van de woningwaarde waarover de belasting geheven wordt. De heffingsgrondslag van de verhuurderheffing wordt bij de aanvang van het kalenderjaar vastgesteld, waardoor de wijzigingen materieel effect hebben per 1 januari 2018.

Advies nodig rondom dit onderwerp?
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op