Wijzigingen op pensioengebied
Naast de afschaffing van het pensioen in eigen beheer worden ook nog andere wijzigingen op pensioengebied voorgesteld. Het gaat daarbij om maatregelen die zijn bedoeld om de belastingwetgeving te vereenvoudigen en de administratieve lasten te verminderen.
Uitkeringen die ingaan per de eerste dag van de maand
Een ouderdomspensioen dat eerder ingaat dan bij het bereiken van de 67-jarige leeftijd moet actuarieel herrekend worden. In de praktijk is de ingangsdatum van het ouderdomspensioen vaak de eerste dag van de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt. Strikt genomen dient het ouderdomspensioen dus te worden herrekend wanneer dit pensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin men 67 wordt. Eerder was al goedgekeurd dat herrekening niet nodig was. Dat wordt nu wettelijk geregeld. Een partner-, wezen- en nabestaandenoverbruggingspensioen mag volgens de huidige fiscale regels niet eerder ingaan dan op de dag van overlijden van de werknemer. In de praktijk gaan deze pensioenen vaak in op de eerste dag van de maand waarin de werknemer of gewezen werknemer overlijdt. De fiscale regels worden nu aangepast waardoor het pensioen moet ingaan in de periode tussen de eerste dag van de maand van overlijden en de eerste dag van de volgende maand.
100%-grens
Het ouderdomspensioen mag niet meer bedragen dan 100% van het laatstverdiende pensioengevende loon. Voor het partnerpensioen en het wezenpensioen gelden daarvan afgeleide grenzen. Deze grenzen vervallen omdat deze tot hoge administratieve lasten bij pensioenuitvoerders leiden. In de toekomst zal de 100%-grens niet leiden tot begrenzing van de pensioenopbouw. Uitgaande van het maximaal toelaatbare jaarlijkse opbouwpercentage moet een werknemer bijna 60 jaar pensioen opbouwen om aan de 100%-grens te komen.
Doorwerkvereiste
Het doorwerkvereiste houdt in dat een werknemer later met pensioen kan gaan dan op de pensioeningangsdatum volgens zijn pensioenregeling als hij blijft werken. Dat kan in loondienst zijn, maar mag ook als ondernemer of resultaatgenieter. Omdat het doorwerkvereiste leidt tot administratieve lasten stelt het kabinet voor dit vereiste af te schaffen. De enige voorwaarde die blijft gelden, is dat het ouderdomspensioen uiterlijk ingaat wanneer de werknemer vijf jaar ouder is dan de AOW-leeftijd.
Nabestaandenoverbruggingspensioen halfwezen
Sinds 1 januari 2015 is de Anw-uitkering voor een halfwees vervangen door een verhoging voor een alleenstaande op het kindgebonden budget. Daardoor is het fiscaal niet meer mogelijk om een nabestaandenoverbruggingspensioen voor halfwezen op te bouwen. Dat wordt nu gecorrigeerd. De maximale omvang van het nabestaandenoverbruggingspensioen voor halfwezen wordt vastgesteld op de helft van de maximale omvang van het nabestaandenoverbruggingspensioen voor een volle wees.
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op