Voornemen tot herinvesteren
De belastingheffing over de boekwinst die een ondernemer bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel behaalt kan worden uitgesteld. Dat kan door de vorming van een herinvesteringsreserve. De ondernemer moet daarvoor wel het voornemen hebben om de boekwinst te herinvesteren in andere bedrijfsmiddelen. Een herinvesteringsreserve moet uiterlijk in het derde jaar na het jaar van vervreemding van het bedrijfsmiddel worden benut. De ondernemer moet het bestaan van een herinvesteringsvoornemen kunnen bewijzen.
De rechtbank Gelderland oordeelde in een procedure dat het bestaan van een herinvesteringsvoornemen in het jaar na vervreemding niet was bewezen. De directie van een BV, die onroerende zaken exploiteerde, overwoog in 2008 om de hele portefeuille te verkopen vanwege de hoge prijzen van onroerende zaken. In ieder geval bestond op dat moment geen voornemen om tot herinvesteren over te gaan. Volgens de rechtbank is bij een BV die zich toelegt op de exploitatie van onroerende zaken niet automatisch sprake van een herinvesteringsvoornemen. De in 2007 gevormde herinvesteringsreserve viel in 2008 vrij ten gunste van de winst.
Dat een BV deel uitmaakt van een concern dat onroerende zaken aan- en verkoopt en exploiteert kan van belang zijn bij de beoordeling of er een herinvesteringsvoornemen is. Het wil niet zeggen dat een herinvesteringsvoornemen ook aan deze BV kan worden toegerekend. Aan de hand van andere omstandigheden zal aannemelijk moeten zijn dat deze BV het voornemen tot investering ook zal uitvoeren.
Advies nodig rondom dit onderwerp?Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op