Tariefonderscheid in erfbelasting

De erfbelasting kent verschillende tarieven voor kinderen en voor andere verkrijgers. De tarieven voor kinderen zijn lager dan de tarieven voor andere verkrijgers. De vraag in een procedure was of dit onderscheid in tarieven is toegestaan.

De procedure had betrekking op een nicht die enig erfgenaam was van haar overleden tante. Zij meende dat voor haar het tarief voor kinderen moest worden toegepast vanwege de hechte band die tussen haar en haar tante had bestaan. Hof Arnhem-Leeuwarden verwees naar enkele arresten van de Hoge Raad die betrekking hebben op oude, inmiddels vervallen bepalingen in de Successiewet. In deze arresten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de wetgever bij het indelen van belastingplichtigen in tariefgroepen een ruime beoordelingsvrijheid toekomt. Zo heeft de wetgever met ingang van 1 januari 1981 de aparte tariefgroep voor kinderen van broers of zusters van de erflater laten vervallen. Aan de belasting op nalatenschappen ligt het buitenkanskarakter ten grondslag. Een verdere verwantschap of het niet verwant zijn aan de erflater rechtvaardigt daarom een hoger tarief. De Hoge Raad vond dat niet onredelijk.

Deze ruime beoordelingsvrijheid komt de wetgever niet alleen toe bij het indelen in tariefgroepen, maar ook bij het bepalen van de hoogte van belastingtarieven. Het in het verleden geldende maximale tarief van 68% vond de Hoge Raad destijds niet onredelijk. Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat deze arresten hun betekenis hebben behouden voor de tarieven en de tariefgroepindeling, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2010. Er bestond geen aanleiding om het lagere tarief voor kinderen toe te passen op de nalatenschap die een nicht van haar overleden tante ontving.

Advies nodig rondom dit onderwerp?
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op