Ontslag op staande voet, geen transitievergoeding

Ontslag op staande voet, geen transitievergoeding

Een arbeidsovereenkomst kan op staande voet worden beëindigd mits er een dringende reden voor opzegging is en het ontslag direct wordt meegedeeld aan de wederpartij. Als dringende reden voor de werkgever om de arbeidsovereenkomst onmiddellijk te beëindigen gelden zodanige daden van de werknemer dat van de werkgever in redelijkheid niet gevraagd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Nadat een werknemer al eens schriftelijk was gewaarschuwd wegens het niet afdragen van contante betalingen van klanten aan zijn werkgever volgde bij herhaling ontslag op staande voet. De werknemer ontkende het bestaan van die waarschuwing niet. Hij gaf toe dat hij daartegen geen bezwaar had gemaakt. Voor de kantonrechter stond daarmee vast dat de werknemer ontvangen factuurbedragen niet aan de werkgever had afgedragen. Uit de schriftelijke waarschuwing bleek dat het niet om een eerste keer ging. Op door de werkgever overgelegde kopieën van facturen stond “voldaan” met vermelding van de datum en de handtekening van de werknemer. Daaruit bleek dat de werknemer contante betalingen in ontvangst had genomen. Op de lijst met contante betalingen stonden deze bedragen niet. Volgens de kantonrechter vormde dat een dringende reden voor ontslag op staande voet. Uit de berichtenwisseling tussen werkgever en werknemer bleek niet dat de werknemer had geprotesteerd tegen het ontslag op staande voet.

De kantonrechter wees het verzoek van de werknemer om het ontslag op staande voet te vernietigen af. Omdat de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld, had hij geen recht op toekenning van een transitievergoeding.

Advies nodig rondom dit onderwerp?
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op