Bedrijfsopvolgingsfaciliteit en verrekeningsvordering

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit en verrekeningsvordering

De bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet is een vrijstelling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen. De faciliteit geldt zowel voor schenkingen als voor erfrechtelijke verkrijgingen. Toepassing van de faciliteit is gebonden aan een aantal voorwaarden.

In een besluit uit 2007 heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit wordt toegepast in een bijzondere situatie. Die situatie betreft buiten gemeenschap van goederen getrouwde echtelieden, die bij huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding zijn overeengekomen. Het verrekenbeding heeft tot gevolg dat bij overlijden van een van de echtgenoten wordt afgerekend alsof zij in wettelijke gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een van de echtgenoten heeft een pakket aanmerkelijk belang aandelen; de andere echtgenoot heeft geen vermogen. Wanneer de onvermogende echtgenoot overlijdt zonder een testament te hebben gemaakt, wordt de waarde van de aandelen verrekend. Tot de nalatenschap van de onvermogende echtgenoot behoort een vordering ter grootte van de helft van de waarde van de aandelen. Het wettelijk erfrecht bepaalt dat deze vordering naar de langstlevende echtgenoot gaat. Heeft het echtpaar een kind, dan verkrijgt het kind een vordering op de langstlevende ouder. De bedrijfsopvolgingsregeling is volgens de wet niet van toepassing omdat de langstlevende echtgenoot geen ondernemingsvermogen verkrijgt.

De vraag was of de goedkeuring ook geldt als de langstlevende echtgenoot de nalatenschap heeft verworpen en het kind een vordering op grond van een verrekenbeding verkrijgt op de langstlevende echtgenoot die aanmerkelijkbelanghouder is. Hof Arnhem-Leeuwarden ziet geen aanleiding voor een ruimere toepassing dan in het besluit is beschreven. De goedkeuring zou van toepassing zijn geweest als de langstlevende echtgenoot de vordering uit hoofde van het finaal verrekenbeding had verkregen. Dat is een andere situatie dan de situatie waarin de langstlevende echtgenoot de nalatenschap heeft verworpen en een kind deze vordering erft. Voor die situatie is de goedkeuring niet gegeven.

Advies nodig rondom dit onderwerp?
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op