Aftrekposten in box 1 die naar het eersteschijftarief gaan

Aftrekposten in box 1 die naar het eersteschijftarief gaan

De minister van Financiën heeft Kamervragen over de Startnota beantwoord. Slechts enkele van de vele vragen hebben betrekking op de fiscaliteit.

Uit de brief blijkt dat van de invoering van de bronbelasting op financiële stromen naar zogenaamde low tax jurisdictions slechts een verwaarloosbare opbrengst te verwachten is. Volgens de minister is de effectiviteit van deze bronheffingen niet gelegen in de budgettaire opbrengst, maar in het bestrijden van constructies om via Nederland belasting te ontwijken.

Het Vpb-tarief wordt stapsgewijs verlaagd naar 24% en 19% in 2019, naar 22,5% en 17,5% in 2020 en naar 21% en 16% in 2021. In 2021 levert dit de staat € 3,3 miljard minder op. De verwachting is dat het voordeel van de verlaging van de Vpb voor iets meer dan de helft valt bij het mkb en voor de rest bij het grootbedrijf.

Gevraagd is wat de financiële gevolgen zijn voor een dga van de verhoging van het tarief in box 2 en de verlaging van het Vpb-tarief bij een winst van zijn bv van € 100.000 in 2021, die na belastingheffing volledig wordt uitgekeerd. Daaruit blijkt een voordeel van € 60 als saldo van € 4.000 minder Vpb en € 3.940 meer inkomstenbelasting in box 2.

Een belangrijke vraag betreft de aftrekposten in box 1. Deze zijn nu aftrekbaar tegen het marginale tarief. Dat wordt in de toekomst een lager tarief van 36,95%.
Het gaat om de volgende aftrekposten:

Ondernemersfaciliteiten
• zelfstandigenaftrek;
• aftrek speur- en ontwikkelingswerk;
• meewerkaftrek;
• startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
• stakingsaftrek;
• mkb-winstvrijstelling.

Aftrekbare kosten eigen woning
• rente van schulden;
• kosten van geldleningen;
• periodieke betalingen voor erfpacht, opstal en beklemming;
• aftrekbare kosten restschuld vervreemde eigen woning.

Persoonsgebonden aftrekposten
• uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, waaronder partneralimentatie;
• weekenduitgaven voor gehandicapten;
• scholingsuitgaven;
• uitgaven voor monumentenpanden;
• kwijtgescholden durfkapitaal;
• aftrekbare giften;
• uitgaven voor specifieke zorgkosten;
• restant persoonsgebonden aftrek voorgaande jaren.

Overig
• Terbeschikkingstellingsvrijstelling.

Advies nodig rondom dit onderwerp?
Klik hier en neem vrijblijvend contact met Van Der Bruggen op